Ik ben een grote fan van bijzondere groenten. Ze maken de uitdaging om een moestuin te starten een stuk avontuurlijker. Al draait het natuurlijk allemaal om balans. In mijn tuin komen courante, veel voorkomende groenten voor, maar ook een aantal uitzonderingen, die niet alledaags zijn en toch de moeite waard zijn om een kans te geven. Wat denk je van cucamelon, chioggiabiet, spaghetti-pompoen, klimcourgettes en knolcapucien? Heb ik hiermee je aandacht? Mooi zo!
1. Cucamelon of muizenmeloentje
De kleine vruchten lijken sprekend op mini-watermeloentjes, zo kan ik ze het best omschrijven. Ze hebben een lichte komkommersmaak en zijn erg geschikt om in te maken of vers te verwerken in een salade. De plant klimt en is zeer decoratief, met zijn fijne blaadjes en delicate rankjes. Je zaait cucamelons in april, om ze vanaf midden mei buiten te planten. Niet in de kas, want daar krijg je problemen met de vruchtvorming. Een gebrek aan bestuivers ligt dan aan de basis van het probleem. Je oogst vanaf augustus.

2. Chioggiabiet
Deze biet ziet er aan de buitenkant niet anders uit dan zijn rode broertje. Pas wanneer je hem halveert zie je een verschil. Een duidelijk roodwit strepenpatroon zorgt dan voor de verrassing. Dat maakt deze bietjes extra geschikt om vers te verwerken in salades. Zodra je de biet warm gaat bereiden verdwijnt ook de prachtige kleur binnenin. Chioggia bietjes zijn zoeter dan de traditionele rode biet. Zaaien vanaf eind maart en begin april. Deze variëteit is afkomstig uit het gelijknamige Chioggia, een stadje van de provincie Venetië in Italië.

3. Spaghetti-pompoen
Deze variëteit, die eigenlijk een courgette is, maar vanwege zijn groeiwijze en bewaartijd tot de pompoenen wordt gerekend, raad ik je zeker aan om te proberen. De plant kruipt en groeit zoals de klassieke pompoenen. De vruchten die op de plant komen te hangen zijn ovaal en bezitten een lichte of gestreepte kleur. Je zaait deze groente vanaf april voor in potjes, om ze na de ijsheiligen buiten te planten. Nadat je de vruchten warm hebt klaargemaakt komen lange draden tevoorschijn. Spaghetti uit eigen tuin dus.

4. Knolcapucien
De bladeren van deze knolletjes zien eruit als Oost-Indische kers. En net zoals bij deze moestuinbloem zijn ook de blaadjes van de knolcapucien eetbaar. Net na de eerste nachtvorst kun je de knolletjes oogsten. Ze zien er ongelijk uit en kunnen wit, roze, geel en rood zijn. Knolcapucien is een kortedagplant. Dat betekent dat ze pas knolletjes vormt wanneer de dagen korter worden en het buiten kouder wordt. Je plant de knolletjes vanaf eind maart en april in potten om ze na de ijsheiligen buiten te planten. Voorzie een klimrekje om de plant tegenaan te laten groeien.

5. Klimcourgette ‘Long Green Trailing’
Een van de weinige klimcourgettes. Het gaat om een zeer oude variëteit die – in tegenstelling tot zijn klassieke broertje – sterk klimt en zeer goed groeit. De plant is goed productief, je oogst tot wel 25 vruchten per exemplaar. Zaaien vanaf april en pas buiten planten wanneer de kans op nachtvorst is verdwenen.
