Het laat aardperen helemaal koud waar je ze neerzet. Als ze maar voldoende water krijgen en in de zon staan. Vermijd zware kleigrond waar het water aan de wortelknollen blijft staan, want dat werkt schimmels in de hand. Meststoffen geven is overbodig, een flinke portie compost is dan weer welgekomen. Zet de aardpeer op een plek waar ze kunnen woekeren of plant ze in grote kuipen waar ze beperkt blijven in hun groeimogelijkheden. Aardperen doen prima dienst als windbrekers in de moestuin. Geef ze daarom een plekje op het eind van je tuin of aan de noordkant, waar de wind vaak ijskoud kan zijn.
Planten
Een aardpeer wordt niet gezaaid maar als plantgoed in de grond gestopt. Net als aardappelen worden ze gepoot. De ideale periode is in het voorjaar vanaf februari of in het najaar vanaf november. Stop de wortelknollen, die 5 tot 7 centimeter groot zijn, op een diepte van 10 tot 15 centimeter. Maak met een spade een inkeping en laat elke 40 tot 50 centimeter een knol vallen, met de kiem naar boven gericht, maak dicht en druk aan. Meestal worden aardperen in groep geplant, waardoor je genoodzaakt bent een apart bed of plekje te voorzien.
Verzorging
Eisen stelt de plant niet of nauwelijks. Je moet er alleen voor zien te zorgen dat de gigantische planten niet kunnen omvallen. Ze vangen immers veel wind en kunnen bijgevolg snel tegen de vlakte gaan. Sla aan elke zijde van het bed een paaltje in de grond en bind vast met een touw. Aardperen die voornamelijk productief moeten zijn kun je trouwens maar beter toppen vanaf augustus. Je brengt de plant dan terug tot op anderhalve meter. Dat resulteert in bredere planten die uiteindelijk meer energie zullen stoppen in het vormen van dikke wortelknollen. Aan het begin van de winter knip je alle verdroogde takken weg tot op 20 tot 30 centimeter van de grond. Dat ziet er netter uit en maakt dat je meteen weet waar de aardperen zitten.
Hebt u een goed adres om pootgoed te bestellen en liefst verschillende soorten