De moestuin in december: tijd voor een pauze

In december is het voor mij helemaal afgelopen. Ik ben nu even tuinier-af. Ik maak de balans op van het afgelopen seizoen en denk nu graag al na over wat ik volgend jaar anders wil in de moestuin. Of net helemaal niet. Het voorbije jaar was het voor mij een overgangsjaar. Onze tuin wordt heraangelegd en dat vraagt zo zijn tijd heb ik ondervonden. Ik had overigens wel potten en bakken waarin ik kweekte, dus ik kwam gelukkig niet zonder moestuin te zitten. Ik kon daardoor zien hoe de lieveheersbeestjes en hun larven één voor één bladluizen aan het verorberen waren. Een heuse plaag kreeg ik daardoor onder controle, en ik hoefde er niet eens iets voor te doen. Want daar waar plagen zijn, komen ook altijd oplossingen, de troepen van Moeder Natuur. Een ecologische balans, zeg maar. En dat werkt altijd. Echt altijd.

Groenten bewaren? Controleer op rot
Heel wat gewassen moeten nadat je ze hebt geoogst vrij snel worden opgegeten. Zo niet, verleppen ze en worden ze snel onbruikbaar in de keuken. Gelukkig is een ander deel dan weer wel lang te bewaren. Denk maar aan aardappelen, zoete aardappelen, pompoenen, uien en ga zo maar door. Ook rode biet, wortelen en rammenas kun je een tijdje bewaren in een kistje met vochtig zand. Controleer echter wel regelmatig op rotte en schimmelende exemplaren. Er zijn namelijk altijd gewassen die een deuk kregen bij het rooien of oogsten. Dergelijke groenten bederven snel en kunnen daarmee je hele oogst beïnvloeden. Probeer tijdens dat controleren niet elke aardappel of wortel vast te nemen. Elke deuk of bluts kan schimmels veroorzaken.

Verse scheuten op de vensterbank
Omdat het nu nagenoeg onmogelijk is geworden om in de moestuin te zaaien is het aangewezen om binnen aan de slag te gaan, als je dan toch nog iets wilt oogsten. Je kunt namelijk onder andere radijsjes, snij-en pluksla, rode biet, erwten, tuinbonen en Oost-Indische kers zaaien, om de verse scheuten die ze produceren op te eten. Dergelijke scheuten zitten boordevol vitaminen en mineralen en zijn daardoor een gezonde toevoeging aan salades of gewoon lekker tussen een klassieke boterham met kaas. Neem een zaaibakje bij de hand, vul het met zaaigrond en leg er de zaden in neer. Bedek, afhankelijk van de soort (sla is een lichtkiemer) met een laagje grond en druk lichtjes aan. Benevel met een plantenspuit en zet op de vensterbank. Na een week, hooguit twee weken, kiemen de eerste exemplaren al. Omdat je de scheuten helemaal afknipt om te oogsten is het goed om deze handeling om de twee weken te herhalen. Zo blijf je de hele winter lang oogsten.

Wist je dat je ook de scheuten van knoflook kunt eten? 

Sneeuw in de kas
Het lijkt steeds meer een uitzondering te worden, maar als het dan toch nog een keer gaat gebeuren is het goed om te weten dat sneeuw ook een functie heeft. Het werkt isolerend omdat het een laagje legt op de bodem of op je groenten en het is inzetbaar om zouten uit je kas weg te spoelen. Dat laatste is van groot belang om keer op keer gezonde gewassen te bekomen. In de moestuin worden dergelijke zouten door de regen weggespoeld, in de kas is dat een ander verhaal. Daar blijven zouten zoals fosfaten en nitraten achter in de bodem, met vaak slechtgroeiende planten als gevolg. Je zult daarom elk jaar de kas onder water moeten zetten. Het liefst in het voor-of najaar, om een goede werking van de bodem te garanderen. Of je schept sneeuw op en legt het in de kas, dat kost je niets en heeft dezelfde werking als het eenmaal begint te smelten. Soms moet je inventief zijn, toch?

Denk aan de vogels in je tuin
In het najaar en zeker tijdens de wintermaanden is het van groot belang om de vogels in onze tuinen een handje te helpen. Ze hebben het zo ontzettend moeilijk nu. Het is koud en voedsel is schaars. Geef ze extra te eten, zorg voor een voederplank of hang vetbollen op, dat vinden ze heerlijk. Je kunt ook vers fruit geven, daar halen ze veel extra vitaminen uit. Ik geef ze zaden, granen en heel af en toe zelfs een blaadje sla. Heb je veel katten in de buurt, strooi dan niet zomaar eten op de grond. Probeer ze op een hoogte te voederen (een voederplank is daarom erg geschikt) en het liefst niet op een te dicht begroeide plek. Daar kunnen namelijk jagers op de loer liggen. Ik geef ook extra water, zeker tijdens vorstdagen. In een ondiepe schaal overigens, dan kunnen de vogels niet baden en hun verenpak bevriezen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *