Er valt heel wat te zeggen voor het houden van een moestuin. De gezonde buitenlucht doet je goed, je krijgt meer affiniteit met de natuur en bovenal: je eet seizoensgebonden. Eten wat de moestuin schaft geeft voldoening en schept eenheid met je innerlijke chef.
Over voldoening en ons oerverleden
Koken is wat mij betreft altijd het uitgangspunt geweest om met een moestuin te beginnen. Hoewel het er bij mij met de paplepel werd ingegoten, is het voornamelijk de keuken die mij elke keer weer doet uitkijken naar de lente. Dat en het een zijn met de natuur, dat spreekt voor zich. Ik kijk er alweer zo ontzettend hard naar uit om te koken met de moestuinoogst. Zomerzoete tomaten op het warmste moment en kraakverse spruiten als vitamineboost voor de koude wintermaanden. Elk seizoen heeft zijn charme, en hoewel ik het meer van de zomer moet hebben, vind ik de natuur in de herfst en in de lente op haar mooist. De lente, omdat dat seizoen onvermijdelijk is en zich geheel schaamteloos opdringt. De herfst, omdat alles weer in verval gaat en tegelijk de basis legt voor nieuw leven. Mooi is dat. Als ik in de moestuin zaai, dan denk ik trouwens altijd met de buik. Wat eet ik graag? Wat wil ik het liefst deze zomer op mijn bord hebben liggen? Paarse, of toch maar de traditionele oranje wortel? Ik vind het heerlijk. Als je alleen teelt wat je echt graag eet, dan voorziet die magische plek je echt een jaarrond van verse producten. Niets zo verleidelijk als de allereerste erwten en peultjes, die na eind juni alweer helemaal verdwenen zijn en doen verlangen naar meer. Alsof je er kort maar intens hebt kunnen van genieten, met de wetenschap dat er snel weer iets anders komt. Seizoensgebonden koken gaat, wat mij betreft, om respect hebben voor de natuur en het verval dat daarmee gepaard gaat. Erkennen dat alles vergankelijk is en de seizoenen eigenlijk een aaneenreiging van tijdelijke momenten zijn. Ik eet vrijwel nooit tomaten in de winter, tenzij ingemaakt of tot saus herwerkt, en ik ben als een kind in een veel te grote snoepwinkel als de wintergewassen zich weer aanbieden. Luchtige, maar altijd lekkere gerechten in de zomer, stevige kost als het buiten weer kouder wordt. Het is overigens alsof je lichaam zelf aangeeft hoe je moet eten. Ik vermoed dat dat toch harnekkige restanten zijn van ons oerverleden, toen het de normaalste zaak was om te eten wat de natuur voorschreef. Hoe dan ook, ik geloof echt dat seizoensgebonden eten een beter mens van je maakt. Denk maar aan welke waarden het je kinderen bijbrengt. Zelfs voor wie geen moestuin heeft is het een verademing. Lokaal kopen bij de boer, dat draagt dan weer bij aan een korte keten. En een korte keten, dat betekent een bloeiende lokale economie. Dat gezegd zijnde: ik kan de lente nu echt proeven en ik maak me op voor de eerste zaairondes om straks, zo fier als een gieter, met de oogst naar binnen te wandelen. Geen enkel gevoel dat dat kan overtreffen.